Sneeuwschoenwandelen kan je in principe overal waar sneeuw ligt. Wanneer je echter amper in de sneeuw wegzakt is het een redelijk zinloze en onhandige activiteit en kun je beter gewoon gaan wandelen. Moeten de voeten telkens onhandig hoog (en daardoor vermoeiend) op worden getild dan gaat de sneeuwschoen z’n nut bewijzen en hoe meer sneeuw er ligt, hoe leuker het wordt. Bovendien kun je op sneeuwschoenen gebieden betreden die anders ontoegankelijk blijven. Maar waar moet je allemaal op letten bij je eerste tocht op sneeuwschoenen?
Verschillende activiteiten sneeuwschoenwandelen
Sneeuwschoenen kunnen op drie manieren worden ingezet: op dagwandelingen, op grote sneeuwvlaktes en in alpien terrein. Tijdens een dagwandeling is het terrein relatief vlak, al hoeft dat uiteraard niet. Wel is het zo dat je, ook bij eventuele problemen, altijd weer thuis komt. Een dagtocht ‘dicht bij huis’ vergt wat minder voorbereiding, ervaring en eventueel reservemateriaal. Genieten staat voorop, zeker in wintersportgebieden.
Op de grote sneeuwvlaktes in Canada of Scandinavië is jezelf verplaatsen zonder hulpmiddelen eigenlijk onmogelijk. De sneeuwschoen is daar het alternatief voor de ski of de sneeuwscooter. Op meerdaagse tochten is de duurzaamheid van de sneeuwschoen in deze dunbevolkte gebieden essentieel, evenals een goede conditie en hulp in kunnen roepen als er toch iets mis mocht gaan.
Op sneeuwschoenen een één- of meerdaagse tocht maken door alpien terrein is verreweg het lastigst. Je moet over een goede stijg- en afdaaltechniek beschikken (inschoppen, surfen), in kunnen schatten welke hellingen je wel en welke je beter niet kunt ‘nemen’ en tot slot over lawinekennis beschikken en om kunnen gaan met lawinepiepers en –sondes. In alpien terrein is sneeuwschoenwandelen zonder meer een risicosport: je denkt het te kunnen maar lawines liggen op de loer en kennis van het weerbericht is essentieel. Heb je met dit alles in alpiene gebieden geen of weinig ervaring, ga dan altijd met een gids op pad.
Type sneeuwschoenen
Niemand kan met zekerheid zeggen waar de eerste echte sneeuwschoen vandaan komt. Wie denk dat het een uitvinding van de Noord-Amerikaanse indianen is zit er in ieder geval naast, want in Centraal Azië hadden ze al eerder iets wat onder de voeten gebonden kon worden ter verplaatsing in de sneeuw. Mogelijk is dat het sneeuwschoenwandelen vanuit Azië via Alaska in Noord-Amerika terecht is gekomen. Wel is het zo dat in Alaska en Canada de sneeuwschoen z’n grootste ontwikkeling doormaakte en via een stuk waar vakwerk uiteindelijk de vorm van een tennisracket kreeg.Tegenwoordig vermeldt de literatuur (‘Snowshoeing’ – Gene Prater, uitg. The Mountaineers) vier soorten sneeuwschoenen: Yukon, Beavertail, Bearpaw en Western.
Yukon en Beavertail
De eerste twee modellen hebben nog altijd het klassieke uiterlijk van het tennisracket waarbij de Yukon groter en langer is dan de Beavertail. Beide modellen komen nog altijd tot hun recht op de grote sneeuwvlaktes.
Bearpaw
Deze is min of meer ovaal en voldoet rondom het huis of op dagtochten.
Western-model
Het Western-model is relatief recent ontwikkeld en dateert van zo’n 40-jaar geleden. Kenmerkend voor dit model zijn het ovaalvormige aluminium frame met licht oplopende voorkant, het kunststof deck en de scharnierende binding. Dit type kom je tegen in de betere Nederlandse buitensportwinkels en in de wintersportgebieden: het ambachtelijke ‘houten tennisracket’ is vrijwel alleen nog te zien als wandversiering in berghutten.
Verschillende western-modellen
Binnen de Western-groep kun je overigens weer kiezen uit verschillende modellen. Zo zijn er Westerns voor vlak terrein (de eenvoudige modellen, soms volledig van kunststof), voor meerdaagse tochten door de diepe sneeuw (smal en lang, met veel draagvermogen) en Westerns met stijgijzers en extra zijwaartse grip speciaal voor traverses in de bergen of verijsde trajecten. Een recente ontwikkeling ter verhoging van het wandelcomfort is de sneeuwschoen met een flexibel (deel van het) deck. Er bestaan ook Western-modellen (volledig van kunststof) speciaal voor kinderen. Deze modellen zijn essentieel smaller; op volwassen sneeuwschoenen gaan kinderbeentjes te ver uit elkaar staan, wat tot blessures kan leiden.
Lees ook deze review van de MSR Lightning Ascent Sneeuwschoen
Welk model voor welke tocht?
Dagwandelingen stellen de minste eisen aan het model. Liefst zo licht mogelijk en vooral niet te lang, dat zijn de criteria. Zeker als je ook met kinderen gaat lopen. Stijgijzers – de stevige metalen tanden onder de sneeuwschoen – zijn niet echt noodzakelijk. Kunststof modellen met een eenvoudige, verstelbare binding uit de lagere prijsklasse voldoen prima.
Bij tochten over dikke lagen sneeuw op grote licht glooiende sneeuwvlaktes (eventueel sjokkend voor een slede) heb je juist grote langwerpige sneeuwschoenen nodig met veel draagvermogen.
In bergachtig, alpien terrein moet je goed uit de voeten kunnen tijdens het draaien en voldoet een korte sneeuwschoen met een scharnierend fors stijgijzer het best. Traverseren is hier ook belangrijk, en een ‘tennisracketmodel’ (met zo’n ‘staart’) voldoet dan absoluut niet. Zo’n model kantelt namelijk makkelijk en zorgt al snel voor pijnlijke enkels.
Ook te grote sneeuwschoenen maken het lastig, en zelfs gevaarlijk: je kunt je voeten niet goed naast of bij elkaar zetten, of je glijdt eerder ongewild omlaag. Een stijghulp – meestal een metalen ‘klap-brugje’ – voor onder de hak van de wandelschoen is ronduit fijn (verlicht de druk op de achillespees), en een model met ‘agressieve’ metalen rand om het deck van de sneeuwschoen geeft extra zijwaartse grip, wat fijn is tijdens lange traverses. Snowboarders en freeriders maken bij de beklimming ook gebruik van korte modellen met een goed stijgijzer.
Overige uitrusting
Onmisbare extra uitrusting bij het sneeuwschoenwandelen is een paar telescoopstokken. In bergachtig terrein komt daar lawine-uitrusting (pieper, sonde en schep) en –kennis bij. Qua kleding wandel je het relaxed in een softshell plus waterdichte overbroek.
Samen met de kwaliteit en geschiktheid van de sneeuwschoen wordt het loopcomfort bepaald door de gewone schoen. Die moet makkelijk in de binding van de sneeuwschoen passen, moet absoluut waterdicht zijn en liefst ook ademend (schoenen met een Gore-Tex voering). Verder moet de gewone schoen goed ingelopen zijn en net zo comfortabel afwikkelen als je van gewone bergwandelschoenen mag verwachten.
Realiseer je dat, afhankelijk van het tochttype, je schoenen ’s nachts niet altijd optimaal kunnen drogen en waterdichtheid is dan min of meer een voorwaarde ‘om te overleven’. Op dagtochten of bij overnachtingen in lekker warme hutten speelt waterdichtheid een minder prominente rol. Bij forse vrieskou voldoen gevoerde winterwandelschoenen (type ‘Sorel’) het best.
Het dragen van gamaschen, om de sneeuw uit je schoenen te houden, is absoluut noodzakelijk, ook op eenvoudige dagtochten. Veel (prijzige) winteroverbroekenken zijn tegenwoordig trouwens standaard uitgevoerd met ingenaaide gamaschen. Muts, handschoenen, zonnebril, zonnebrandmiddel, thermosfles en EHBO-set inclusief blarenpleisters maken je sneeuwschoenuitrusting compleet. Die uitrusting gaat mee in een zo compact mogelijke, stabiele rugzak waarop je met spanbanden de sneeuwschoenen moet kunnen bevestigen. Voor als er even geen sneeuw ligt of wanneer je langs de weg moet lopen.
Onderhoud & Reparatie
Iedere sneeuwschoen voor het sneeuwschoenwandelen, hoe duur en degelijk ook, kan kapot gaan. Denk aan het kapot trappen van het deck of de bespanning van de ene sneeuwschoen met het stijgijzer van de andere, het ongelukkig schuren over rotsen of het op sneeuwschoenen naar beneden springen met zware bepakking. Ook slijtage kan onderweg uiteraard op enig moment optreden. In het veld met diepsneeuw ben je dan flink de pineut als je niet in staat bent om op dat moment zelf de schade te herstellen. Kijk daarom voor vertrek je sneeuwschoenen en met name de bindingen goed na en neem altijd een reparatieset mee: spanbanden, zelfborgende moertjes, tie-wrap’s en een goed tangetje.
Verhuur
Ga je slechts hel af en toe sneeuwschoenwandelen dan is een paar sneeuwschoenen huren is, in verband met de forse aanschafprijs, altijd het overwegen waard. Gespecialiseerde buitensportwinkels in Nederland verhuren daarom uitstekende sneeuwschoenen, geschikt voor alle beschreven tochten op de meest extreme na. Ook in het buitenland worden op vrijwel alle winterlocaties sneeuwschoenen verhuurd maar vreemd genoeg moet je het daar dan vaak met eenvoudige modellen doen.
Tips voor tochten
Overal waar voldoende sneeuw ligt kun je gaan sneeuwschoenwandelen, maar het ene gebied is nu eenmaal fraaier dan het andere. Het mooist zijn tochten door de ongerepte natuur, bij voorkeur zonder dat je daarbij skiërs en andere wintersporters tegenkomt. Hieronder een selectieve en daarom discutabele gebiedssuggestie:
Duitsland:
• Bayrische Alpen
• Fichtelgebirge (alternatief voor de Hartz)
Finland:
• Saimaa (rondom Savonlinna)
Frankrijk (vanuit standplaats Champcella):
• Queyras
• Ecrins
Noorwegen:
• Øvre Dividalen
• Lillehammer
Oostenrijk:
• Salzburgerland
• Ötztal boven Sölden
Polen:
• Krkonose- of Reuzengebergte in het zuiden tegen de Slowaakse grens
• Bieszczadi in het meest zuidoostelijke puntje, tegen de Oekraïense grens
Spanje:
• Val Benasque
• Isaba/Baskische Pyreneeën
Zwitserland:
• De mooiste maar absoluut niet te onderschatten tochtsuggestie op sneeuwschoenen loopt hartje winter over de Zwitserse Haute Route du Jura (het ‘Siberië van de Alpen’): met tent in 7 dagen van Biel naar Borex aan het meer van Genève.
Websites van enkele bekende sneeuwschoenmerken:
Atlas: www.atlassnowshoe.com
MSR: www.msrgear.com
TSL: www.tsloutdoor.com
Tubbs: www.tubbssnowshoes.com