De basis van elke tracklog, kruimelspoor of route is een waypoint. Waypoints zijn niets meer dan een manier om elk punt op aarde te definiëren. Om het begrip waypoint goed te kunnen begrijpen, is het handig om eerst iets van coördinaten te weten.
Kaartmakers hebben ooit bedacht dat het handig zou zijn om voor locatiebepaling de aarde op te delen in lijnen. Deze lijnen lopen verticaal van Pool tot Pool en horizontaal evenwijdig aan de Evenaar. Een horizontale lijn noemen we een breedtegraad en een verticale lijn de lengtegraad. De bekendste breedtegraad is de al eerder genoemde evenaar en de bekendste lengtegraad is de 0-meridiaan die door Greenwich loopt.
Graden, minuten en seconden
De aarde is opgedeeld in 360 graden lijnen verticaal en 180 horizontaal. Maar met alleen de gradenlijnen zijn we er nog niet omdat het niet nauwkeurig genoeg is om elke plek op aarde te definiëren. Daarom zijn de ruimtes tussen de graden nog opgevuld in extra lijnen. Om nog nauwkeuriger te zijn is de ruimte tussen de graden op gedeeld in 60 minuten (schrijf je als: 60’) en is de ruimte tussen minuten weer verdeeld in 60 seconden (schrijf je als 60”). Dankzij dit fijnmazige netwerk van lijnen kunnen we elk punt op aarde definiëren: daar waar de horizontale en verticale lijnen elkaar kruisen.
Evenaar
Voor de liefhebbers gaan we nog even dieper op de materie in. Bij de breedtegraden is de Evenaar de 0-graden lijn. De breedtegraden daarboven noemen we het Noordelijk Halfrond en zijn opgedeeld van 0 (evenaar) tot 90 graden (Noordpool). De breedtegraden onder de evenaar noemen we Zuidelijk Halfrond en ook deze gaan van 0 (evenaar) tot 90 graden (Zuidpool).
Greenwich
Gaan we verder met de lengtegraden. De 0-graden meridiaan in het Engelse Greenwich is hier de scheiding tussen het westen en het oosten. Links van de 0-graden meridiaan spreken we van westerlengte en rechts van de 0-graden meridiaan noemen we oosterlengte. Beide helften zijn opgedeeld in 180 graden. Maar goed het zou wel heel toevallig zijn als alle plekken op aarde alleen op deze kruispunten van graden zouden liggen. Ook hier geldt: Om nog nauwkeuriger te zijn is de ruimte tussen de graden op gedeeld in 60 minuten (schrijf je als: 60’) en is de ruimte tussen minuten weer verdeeld in 60 seconden (schrijf je als 60”).
Domtoren: 52° 5’ 27” N, 5° 7’ 18” O
Doordat de kaartmakers de wereld op deze manier hebben verdeeld kunnen we nu elke plek nauwkeurig benoemen met een reeks cijfers. Neem bijvoorbeeld de Domtoren in Utrecht. De coördinaten zijn 52° 5’ 27” N, 5° 7’ 18” O. De N geeft aan dat je moet zoeken op de Noorderbreedte en de O voor Oosterlengte. Vervolgens kruip je vanaf de evenaar omhoog totdat je op de 52 graden, 5 minuten en 27 seconden bent en dan nog 5 graden, 7 minuten en 18 seconden naar rechts vanaf de 0-meridiaan en je staat op het puntje van de Domtoren.
Het maken van Waypoints
Er zijn twee manieren waarop je waypoints kan maken. De meest eenvoudig is je gps zo in te stellen dat hij automatisch je route op slaat. In feite maakt je gps dan een reeks waypoints en een reeks waypoints is een route. Dat je gps dit doet, kan je meestal op het schermpje zien; het lijkt op een kruimelspoor dat je digitaal achterlaat. De tweede methode is zelf handmatig waypoints in je gps zetten. Het voordeel hiervan is drieledig:
- Je kan meteen het waypoint een eigen kenmerk meegeven (meertje, uitzichtpunt)
- Het vergt minder geheugen.
- Je bent je meer bewust van waar je bent.
Voor het handmatig vastleggen van een waypoint hebben de meeste gps’en een aparte knop. Tot slot: je kan in je gps ook alleen een waypoint van de plek waar je naar toe wilt zettem en de route onderweg zelf bepalen. Een heerlijke avontuurlijke manier van kris-kras wandelen of fietsen!